Angst voor feedback in therapie
Hoe doe ik het precies goed? Wat verwacht de ander van mij? Zet ik mezelf voor schut? Doe ik iets geks? Wat denkt de ander nu wel niet? Ik doe vast iets geks. Ik doe het niet goed. Ze vinden mij belachelijk, een aansteller, ze vinden dat ik eens normaal moet doen. Ze willen mij liever niet in de groep want ik ben veel te vermoeiend, vervelend en irritant. Wat kan ik doen zodat het goed genoeg is? Dat ze mij leuk genoeg vinden? Of in ieder geval, hoe zorg ik ervoor dat ik niet tot last ben?
Wat kan je toch ontzettend veel vragen in je hoofd hebben over wat de ander denkt. Vragen over hoe je het goed doet, hoe je erbij hoort en hoe je geen fouten maakt. Want als je bang bent voor feedback dan moet je dus één ding heel erg voorkomen; dat je fouten maakt. Behandelingen lang heb ik mijn best gedaan om geen fouten te maken, ik had extreme angst voor feedback. Feedback betekende dat ik iets niet goed deed, feedback betekende dat ik een ander misschien wel had geïrriteerd en dat alles was voor mij het bewijs dat ik niet goed genoeg was. Want dat wat de ander van mij vond zij zeker weten iets over wie ik was. En ik vond mezelf alleen goed genoeg wanneer iedereen mij altijd mocht. Wanneer ik niemand boos maakte, verdrietig maakte of irriteerde. Wanneer iedereen lieve gedachten over mij had en mij volledig kon begrijpen. Anders was ik misschien raar of een aansteller. Ik was doodsbang voor de feedback omdat het mij keihard kon raken in mijn eigen overtuigingen. Als anderen geen feedback gaven kon ik nog een veilig vluchtweggetje in mijn hoofd houden dat mijn gedachten misschien niet waar waren. Maar stel nou dat iemand mijn gedachten zal uitspreken, dan klopt dus alles wat ik denk over mezelf. En wat ik dacht over mezelf was niet veel best. Ik kon alleen maar hopen dat niemand ooit zo over mij zou denken. En ik kon alleen maar wensen dat niemand het ooit naar mij zou uitspreken. En dan kom je in therapie en doet iedereen niks anders dan je continu aanspreken op je gedrag. Met alle spanningsklachten als gevolg.
Gespannen kaken, continu misselijk en hoofdpijn. Continu benauwd en angstig en honderden overwegingen. Het was keihard op mijn tenen lopen. Als ik iets zei dan had ik kans aangesproken te worden op wat ik zei, het kon niet goed zijn. Als ik iets zei dan nam ik tijd in beslag, misschien wel teveel tijd. Was dat dan het bewijs dat ik gewoon aandacht wilde? Niets zeggen was alleen niet het veiligste. Als je niets zegt dan ben je niet onzichtbaar. Als je niets zegt dan ben je namelijk ZICHTBAAR onzichtbaar en daar word je op aangesproken. Dat is misschien wel irritant. Je bent niet in therapie om er bij te zitten en niets te zeggen; je wilt toch hulp, je wilt toch veranderen, dan moet je aan de bak. En als het ook nog eens zeer duidelijk was dat het niet goed met je ging dan moest je zeker niet niets zeggen, want dan was je indirect hulp aan het vragen. Als je hulp wilde, dan moest je dat vragen. Alles ging om de juiste balans, de juiste woorden en op het goede moment jezelf herpakken. Je moest iets doen met wat er gezegd werd, moest wel openstaan voor adviezen en andere inzichten. Maar als je ook vind dat je eerlijk moet zijn. En je niet zoveel kunt met die adviezen, bijvoorbeeld omdat je ze al geprobeerd hebt. Dan heb je daar het volgende dilemma.
Als je bang bent voor feedback dan is dit het. Mijn groepsgenoot zei dapper: “Geef mij maar feedback, ik moet er toch mee leren omgaan.” Ik dacht angstig: “Niet bij mij want dat kan ik niet aan.” En helaas leverde dat vooral iets vervelends op, ik voelde mij onwijs boos als ze dat wel deden. Begrepen ze het dan niet? Het was toch de bedoeling dat ik mij beter ging voelen?! En dan konden mijn eigen hoge eisen weer opspelen en vroeg het duiveltje in mij zich af of ik niet vooral heel boos op mezelf moest zijn. Allereerst had ik het moeten zien te voorkomen. En ten tweede moest ik mij sterk houden als ik het kreeg. Niet aanstellen, want dan ben je alleen maar tot last. Een ander moet zich niet schuldig gaan voelen als ze jou feedback geven. Moeten zich niet voor jou inhouden. Eigenlijk maakte het niet uit, er was geen goed genoeg voor mij. Er was altijd iets fout. Ik deed het nooit goed genoeg. Ik was niet goed genoeg.
En precies door dat negatieve zelfbeeld kwam ik in een vicieuze cirkel. Als je alle dingen die je fout doet koppelt aan dat jij fout bent, dan blijft er niet veel van je zelfbeeld en eigenwaarde over. En hoe lager dat zelfbeeld, hoe gemener mijn eigen kritische stem en hoe harder feedback aankwam. Uit die cirkel komen was en is het moeilijkste dat er is.
Het milder worden voor jezelf en fouten toestaan. Het weten wie je bent en wat jouw kwaliteiten zijn. En het besef dat feedback deels iets zegt over jou, maar ook deels iets over de ander. Feedback is subjectief en nooit, maar dan ook nooit ga je iedereen het naar de zin maken. Altijd zul je mensen boos of verdrietig maken, zul je mensen onbewust soms pijn doen. Maar eigenlijk draait alles om jouw intentie. Je doet wat je kunt, je doet je best en je bent helemaal goed zoals je bent. Je mag fouten maken, want juist in je imperfectie ben je het allermooist. Ben je het meest echt en het meest jezelf. Als jij jezelf mag zijn ben je precies goed, dan maak je jezelf blij en ben je misschien nog wel een inspiratie voor de ander. Want welk mensen zijn nou mooier dan de mensen die lekker zichzelf zijn.
-0 Comment-